Tekening:     Jan Halmans

Corrector:    Leen de Rooij

MAYA en het kerstspel

Giechelend loopt Maya met haar vriendin Noa en de andere kinderen de jeugdruimte van de kerk in. Haar broer speelt een spelletje op zijn telefoon en anderen spelen met elkaar. Een paar kleinere kinderen doen wie de grootste stap kan zetten en een oudere jongen kijkt wat in het rond. Iedereen is nerveus en zenuwachtig. Vandaag gaan ze beginnen met oefenen voor het kerstspel. Dit jaar zal Maya Maria zijn.

Het duurt nog heel lang voordat het kerst is. Het is vandaag pas de eerste advent. Toch wil Mia, de leidster van de kindernevendienst nu al starten. Want nu hebben ze nog ruim de tijd. Maar het kerstverhaal is toch zo simpel dat je daar niet eindeloos op hoeft te oefenen?

Er gebeurt niets. Het is wachten op Mia. Een aantal kinderen is al aan het spelen met de kronen van de wijzen en de vleugels van de engel. Van de herdersmantels blijft iedereen af. Dat wil niemand zijn.

“Leg die attributen terug in de doos”, zegt Roy als er ruzie uitbreekt over wie de engelenvleugels om mag. Hij assisteert Mia. Na school werkt hij in een supermarkt. Cool. Daar verdient hij veel geld.

“Dadelijk zijn ze kapot”, laat Maud weten. Zij is vorig jaar van de basisschool naar de hogere school gegaan en heeft al een vriendje. Superleuk om te zien. Ondanks dat ze jonger is dan Roy weet ze beter hoe je met zulke druktemakers omgaat. Kordaat pakt ze de vleugels en de kronen af en stopt ze weer in de doos.

Dan gaat de telefoon van Roy.

“Het is Mia”, laat hij weten.

“Ik heb de griep en kan vandaag niet komen”, zegt ze tegen hem.

“Wat erg”, antwoordt Roy.

“Kun jij alvast beginnen met het oefenen van het kerstspel?”

“Dat zal wel lukken.”

“Natuurlijk lukt je dat. Hoe vaak heb je het al niet meegespeeld?”

“Ik heb al als baby meegespeeld.”

“Dan heb je daarna alle rollen weleens gehad.”

“Op die van Maria na.” Ze kunnen er beiden om lachen.  

“Op tafel ligt een kinderbijbel en ik heb het kerstverhaal uit de gewone bijbel reeds uitgeprint.”

“Dat is niet nodig ik ken het verhaal wel uit mijn hoofd.”

“Goed dan kruip ik weer onder de wol, succes.”

“Bedankt en beterschap.”

 

 “Mia is ziek”, zegt hij tegen de groep. “Nu moeten we het oefenen zelf doen.” Hij kijkt even naar Maud.

“Ik kan het verhaal dromen”, antwoordt zij, “dus dat gaat wel lukken.”

Maya kent het verhaal ook helemaal en dit jaar wil ze per se de hoofdrol. “Ik word Maria”, roept ze.

“Nee, dat word ik”, schreeuwt Zoë. Zij wordt overstemd door de andere kinderen die hun eigen rol opeisen. Roy probeert boven het lawaai uit te komen. Tevergeefs.

“Hier met die kroon”, zegt een jongen dreigend tegen een andere jongen, “ik ben dit jaar de koning.” Kwaad duwt de andere jongen hem weg. Maya wil snel de Maria kleding pakken voordat een ander meisje dat doet.

“Laat de spullen in de doos”, roept Roy nogmaals. “Want anders zijn ze straks kapot.” Maar niemand luistert naar hem.

Dan grijpt Maud in. Zij pakt alle attributen en stopt die opnieuw terug in de doos. “Dit is een kerstverhaal”, laat ze kwaad weten. “Weet je nog, vrede op aarde. Jullie moeten je schamen.” Ze zet de doos voor haar en iedereen is stil.

“Zo dan kunnen we de rollen rustig verdelen”, gaat Roy verder. “Wie zijn er allemaal: herders, wijzen en natuurlijk Jozef en Maria.”

“Een herbergier die zegt dat er geen plek is”, vult Maud hem aan.

“Een engel en …”, zegt Serge.

“Laten we gewoon bij het begin beginnen”, stelt Maud voor.

“Dat lijkt mij een goed plan”, antwoordt Roy.

“Er ging een bevel uit van keizer Augustus”, citeert zij uit haar hoofd.

“Augustinus”, verbetert Serge haar.

“Dat lijkt mij logischer”, zegt Roy.

“Ik weet toch zeker dat het Augustus is”, gaat zij verder.

“Hij is toch zeker niet vernoemd naar de gelijknamige maand.”

“Dan zou hij keizer December moeten heten”, merkt een ander kind op.

“Wacht”, zegt Maud, “ik zoek het op in de bijbel.” Ze pakt de kinderbijbel en begint te bladeren.

“Hier staat het: er ging een bevel uit van keizer Augustus.”

“Dan zal dat wel zo zijn”, reageert hij laconiek.

“Ik doe de aankondiging van dat bevel”, laat Xander weten.

“Dan moet je wel rustig en duidelijk in de microfoon spreken want anders kan niemand het verstaan.” Beledigd kijkt Xander hem aan. “Zo had ik het niet bedoeld.” Even weet Roy niet hoe hij veder moet.

“Roy zegt dat je recht voor de microfoon moet staan”, verduidelijkt Maud hem. “Je moeder moet het kunnen verstaan.”

“We gaan dat straks wel even oefenen.”

“Is goed”, laat Xander weten. Roy hoort hem maar half omdat hij weer naar Maud kijkt.

“En dan begint het kerstspel, toch? Maud?”

“Oh sorry, ik was het kerstverhaal aan het lezen. Weet je dat er ook nog een heel stuk voor komt?”

“Wat dan?”, vraagt Roy.

“Er komt onder andere nog een engel naar Maria. Deze vertelt haar dat ze zwanger zal worden.”

“Heb ik weleens van gehoord. Maar dat maakt toch geen deel uit van het kerstspel?”

“Waarom niet.”

“Zo hebben we het nooit gespeeld.”

“Wat is een engel?”, vraagt Noa.

“Iemand van God of zoiets”, antwoordt Roy.

“Een boodschapper”, weet Serge.

“Maar je hebt ook beschermengelen”, zegt Xander.

“We dwalen af”, gaat Roy verder. “Mia is altijd begonnen met het bevel van keizer Augustus. Dus zullen wij dat ook maar zo doen.” Hij kijkt weer naar Maud.

“Leek mij wel leuk.”

“We kunnen het eens anders doen?”

“Nee, mijn oma zit zich nu al te verheugen op het traditionele kerstspel. Iets anders wil ze absoluut niet zien.”

“Mijn ouders ook niet.”

“Je kunt het toch ook niet anders spelen?”, weet Serge.

 

“Precies”, vervolgt Roy, “daarna gaan Jozef en Maria op weg naar Bethlehem.”

“Wie wordt Jozef?”, vraagt Maud aan de jongens. Verschrikt kijken zij haar aan.

“Serge als jij die rol nou eens doet”, stelt Roy voor.

“Jij weet het meest”, vult Maud aan. De andere kinderen moeten lachen.

“Hij is een betweter”, laat Xander spottend weten. Nu moeten de kinderen nog harder lachen.

“Dat heb ik niet gezegd”, bijt zij hem toe.

“Zo klonk het wel”, verklaart Roy.

“Dat is wat jullie ervan maken.” Ze knipoogt naar Serge en hij beantwoordt haar met een glimlach. Dat heeft zij mooi opgelost vindt Maya. Maar dat vinden niet alle kinderen.

“Serge is net zo’n sukkel als Jozef”, zegt Sef spottend.

“Waarom is Jozef een sukkel?”, vraagt Maud.

“Omdat hij maar een timmerman is.”

“Wat is daar mis mee?”

“Het lachen vergaat je wel als je er een nodig hebt”, gaat Serge verder.

“Precies”, vult Roy aan.

“Jongens”, vervolgt Maud, “Jozef is niet alleen een hardwerkende vakman. Hij is ook een eerlijke man die doet wat God van hem verlangt. Juist daarom kiest De Here hem uit.”

“Hij is dus heel belangrijk”, geeft Sef beschaamd toe.

Maya is ondertussen aan het wegdromen. Zij is allang blij dat haar broer niet Jozef is geworden. Want zij wil per se Maria zijn. Maar broer en zus dat kan niet. Die mogen namelijk niet trouwen.

“Dan zijn we eruit”, zegt Roy opeens. “Serge wordt Jozef.” Vlot schrijft hij dat op een kladblaadje. 

 

Maya wacht netjes totdat Roy is uitgeschreven. Nu gaat het komen, zij wordt Maria. Maar voordat hij klaar is, roept kleine Zoë: “Ik word Maria.”

“Nee, ik ben aan de beurt om Maria te mogen spelen”, schreeuwt Maya want zij vindt dat de hoofdrol dit jaar voor haar is.

“Ik was eerst”, brengt Zoë daartegen in.

“Nee, ik heb al helemaal in het begin geroepen dat ik Maria wil zijn.”

“Dat telt niet.”

“Ik had nog niemand gevraagd”, zegt Roy.

“Maar Ashley wil het kind spelen”, roept Zoë terwijl ze trots haar pop laat zien. “Er is niemand die dat beter kan.”

“Mijn pop is veel mooier”, gaat Maya verder.

“Het is hier geen schoonheidswedstrijd”, laat Roy weten.

“Anders heb ik nog wel een pop op zolder liggen”, zegt Maud met een zucht.

“Maya is al veel te oud”, gaat Zoë verder.

“En jij zit pas in groep 4.”

“De echte Maria was nog veel ouder dan jullie”, komt Serge tussenbeide.

“Dat denk ik ook”, zegt Roy.

“Wel zo oud als Maud.”

“Ik denk ouder.”

“Ik zou er niet aan moeten denken om nu al een kind te hebben”, voegt Maud eraan toe.

“Mijn oom heeft door Afrika gereisd en heeft daar moeders gezien van jouw leeftijd”, laat Serge weten.

“Een kind”, zegt Roy nadenkend, “hoe zat het nog eens met…”

“Miranda?”, laat Maud weten. “Zij is onlangs bevallen van een kind.”

“Precies, en zij zou toch met haar kind komen?”

“Leuk”, zegt Zoë. Ook Maya zou dat wel willen.

“Dan is Miranda Maria”, laat Maud weten. Oei, dat vindt Maya weer niet zo leuk.

“En haar man is dan Jozef”, gaat Roy verder.

“Het is haar vriend, ze zijn niet getrouwd”, weet Janine.

“Maakt dat tegenwoordig nog wat uit?”, vraagt Roy zich hardop af.

“Maria en Jozef waren toch ook niet getrouwd”, zegt Serge.

 “We dwalen weer af”, vervolgt Roy.

“Wie wordt nu Maria?”, wil Maud weten. “Voor het geval dat Miranda niet komt.”

“Inge”, vraagt Roy aan haar, “zou jij dat niet willen doen?” Verlegen kijkt ze hem aan. Ze heeft de hele tijd nog niets gezegd en durft niet vooraan te staan. Dat maakt haar niet geschikt, vindt Maya. Trouwens ze zit al in groep 8. Ook Zoë en haar pop Ashley kijken verontwaardigd. Maar Maud vindt het wel een goed idee en dus wordt Inge Maria. Balen.

 

“Dan gaan Jozef en Maria op reis naar Bethlehem”, gaat Roy vlot verder.

“Waarom Bethlehem?”, vraagt Xander.

“Hij is familie van koning David en die kwam uit Bethlehem”, legt Roy hem uit.

“Is Jozef dan een koning?”

“Nee, hij is een ver familielid van David”, weet Serge.

“Waarom gingen ze dan niet bij hem op bezoek?”, gaat Xander verder.

“Omdat die toen al lang dood was”, zegt Serge. Meteen begint Xander te huilen.

“Mijn opa”, snottert hij. Maud neemt Xander in haar armen en probeert hem te troosten.

“We moeten door anders komen we in tijdnood”, zegt Roy. Hij kijkt even naar Maud en gaat dan meteen verder. “In Bethlehem zijn alle herbergen vol. Wie speelt de herbergier om dat te zeggen. Zoë?”

 

“Wat is een herberg?”, wil Zoë weten.

“Een soort van hotel. Jozef en Maria kloppen bij jou aan en dan vertel jij dat je geen plaats meer hebt.”

“Waarom hadden ze niet vooraf gereserveerd?”

“Dat ging niet.”

“Hoezo niet? Wij hebben onze Air B&B in Venetië gewoon via internet geregeld. Dat is heel gemakkelijk.”

“Dat was er toentertijd nog niet. Vraag maar je ouders.”

“Je kunt het beter aan je opa en oma vragen”, stelt Maud voor.

“Die hebben ook internet en ze hebben zelfs what’s app”, laat Zoë weten.

“Wij weten niet beter dan dat er internet en smartphones zijn”, legt Roy uit. “Maar toen opa en oma nog klein waren, was dat er nog niet.” Vol ongeloof kijken de kinderen hem aan.

“Had God dan niet even een engel vooruit kunnen sturen?”, vraagt Serge.

“Jozef en Maria staan symbool voor mensen die nergens welkom zijn”, verduidelijkt Maud. “Denk aan vluchtelingen, zwervers of aan mensen die worden buitengesloten vanwege ras of geaardheid.

“Nu wordt het wel erg ingewikkeld”, zegt Roy. “Dus laten we maar doorgaan.” Jammer, denkt Maya want zij vindt die uitleg reuze interessant. Aandachtig kijkt ze naar Maud. Deze kijkt naar de klok en wil daarom snel doorgaan.

 

“Jozef en Maria gaan in de stal zitten. Jezus in de kribbe en dan…”, zegt Roy als een volleerd showman.

“Dan komen de herders binnen”, roepen Xander en Sef in koor.

“Nee”, zegt Serge, “eerst verschijnt een engel aan de herders die hun vertelt dat Jezus is geboren.”

“Ik was vorig jaar herder en toen zeiden we dat een engel over dit kind had gesproken”, weet Xander.

“Maar er is toen in de kerk geen engel verschenen”, laat Roy weten.

 

“Zo staat het wel in de kinderbijbel”, zegt Maud.

“Ook in de grote mensen bijbel?”

“Nee”, zegt Xander die de tekst doorleest. “Er staat niets over de herders. Wel over de wijzen uit het oosten.”

“Dat kan niet.” Roy pakt de tekst en begint snel te lezen. “Je hebt verkeerd gekeken. Het staat er wel. Alleen kan ik nu niets over de wijzen vinden.”

“Dat staat er wel”, zegt Xander.

“Er zijn twee geboorteverhalen”, weet Serge.

“Oh ja, nu zie ik het. Xander las die van Mattheus en ik die van Lucas.”

“Dus eerst komen de wijzen en dan de herders?”, concludeert Serge.

“In de kinderbijbel komen eerst de herder en dan de wijzen”, zegt Maud.

 

“Er zijn toch vier evangelies?”, vraagt Roy aan Maud.

“Ja, je hebt ook nog Marcus en Johannes”, vult Serge aan terwijl hij zoekt in de bijbel-app op zijn telefoon.”

“Maud begrijp jij het nog?”, vraagt Roy.

“In de andere evangelies staan helemaal niets over de geboorte van Jezus”, zegt Serge met enige verbazing.

“Dat is vreemd”, mompelt Roy.

“Hoe gaan we verder?”, wil Maud weten.

“Zoals we het altijd hebben gedaan”, stelt Roy voor, “al weet ik ook niet waarom.”

 

“Ik wil de engel wel spelen”, laat Maya weten. Eindelijk is er een leuke rol voor haar.

“Dat kan niet want jij bent een meisje”, brengt haar broer Sef daartegenin.

“Laten we de man – vrouw discussie alsjeblieft buiten het kerstspel houden”, merkt Roy geërgerd op.

“Toch vind ik dat de engel bij het kerstspel hoort”, vindt Maud.

“We hebben wel de engelenvleugels dus we kunnen het wel doen.”

“Ik herinner mij opeens dat vroeger de engel wel voorkwam in het kerstspel.”, zegt Roy. “Dat gedeelte is later geschrapt omdat het te veel tijd kostte.”

“Ja, mensen klaagden dat de kerkdienst met kerst altijd zo lang uitloopt.”

“Precies, maar dat komt vooral door het koor dat zoveel zingt, een toespraak en een veel te lange preek.”

“Waarom plannen ze dan niet een langere dienst in?”, merkt Serge op.

“Dan komen de mensen thuis in de knel met hun overvolle kerstprogramma’s”, legt Maud hem uit.

 

“Over tijd gesproken”, zegt Roy. Hij kijkt snel op zijn smartphone en ziet dat hij vaart moet maken.

“Sef als jij nu eens herder speelt.” Verschrikt kijkt Sef op. Dat vindt haar broer niet leuk. Net goed, had hij maar niet zo kinderachtig moeten doen over Maya’s wens om engel te worden.

“Ik wil geen herder zijn”, laat hij kwaad weten.

“Hoezo niet?”

“Dat is voor losers.”

“Herders zijn juist stoere en ruige mannen”, legt Maud uit. “Ze waken dag en nacht voor hun schapen en zijn nergens bang voor.”

“Sef is bang voor het donker”, plaagt Maya’s vriendin Noa hem. Maya schrikt want dat heeft zij aan haar vertelt. Hopelijk weet haar broer dat niet want anders wordt hun moeder heel erg kwaad.

“Dan moet jij hem gezelschap houden”, gaat Roy vlot verder.

“Noa en Sef zijn verliefd”, giechelt Maya. De andere kinderen beginnen ook te lachen.

“Nietes”, roepen ze beiden in koor. Nu gaat iedereen nog harder lachen.

“Kinderen we gaan elkaar niet uitlachen”, roept Roy maar niemand luistert.

“Wie wordt de derde herder?”, vraagt Maud op harde toon. Opslag is iedereen stil.

“Er zijn drie koningen maar toch geen drie herders?”, zegt Roy.

“Zo hebben we het altijd gedaan.”

“In de grote mensenbijbel staat geen aantal”, zegt Serge als hij de tekst doorzoekt.

Vlug begint Maud de kinderbijbel door te lezen. “Dat is vreemd”, zegt ze. “De kinderbijbel heeft het gewoon over herders die waken bij hun kudde. Er staat geen aantal bij.”

 

“Dan houden we het even op twee en kijken we wel wie we overhouden”, zegt Roy. “Kom we gaan vlot door want we hebben niet meer zoveel tijd. We hoeven alleen nog de wijzen uit het oosten te zoeken.”

“Dat is een grappige woordspeling”, laat Noa weten.

“Hoezo?”

“Omdat de wijzen juist gaan zoeken.”

“Maar zijn het geen koningen?”, vraagt Serge.

“Nee”, laat Roy hem weten, “we hebben het altijd over de wijzen uit het oosten.”

“Maar ze dragen wel kronen”, merkt Xander op.

“En je hebt het feest van driekoningen”, gaat Serge verder.

“Nu begin ik te twijfelen”, zegt Roy.

“In de kinderbijbel staat: er verschenen wijze mannen uit het oosten”, leest Maud voor, “en vreemd genoeg ken ik nergens terugvinden dat het er drie zijn.”

“De grote mensen bijbel noemt ook geen aantal wijzen”, merkt Serge op.

“Misschien zijn de drie koningen een andere groep”, mijmert Roy.

“Hebben die dan niets met Kerst te maken?”, vraagt Noa.

“Driekoningen vieren we op 6 januari”, vult Serge aan.

“Ik heb geen idee”, zegt Roy gehaast. “Dat zoeken we nog wel een keer uit.” Zonder om te kijken naar Maud gaat hij direct verder. “Wie hebben we over, Janine. Jij wordt een van de wijzen samen met Samir.”

“Maar die is er niet”, laat zij weten.

“De volgende keer als we oefenen is hij er wel.”

 

“En jij Maya?”, vraagt Maud. “Wat is jouw rol?”

“Ben ik jou vergeten?”, zegt Roy verbaasd.

“Ik ben toch de engel die aan de herders verschijnt?”

“Dat gedeelte heeft Mia uit het kerstspel gehaald.”  

“Maar wat moet ik dan doen?”, wil Maya weten.

“Kom bij ons”, roepen Noa en Sef in koor. “Dan zijn we met drie herders.”

“Nee, je moet bij ons komen”, zegt Janine. “Dan hebben we tenminste drie wijze koningen.” Iedereen moet lachen om haar verspreking.

“Zo nu hebben we de kwestie van de wijzen en de koningen uit het oosten ook meteen opgelost”, laat Roy met veel plezier weten. “Vind je niet Maud?”

“Kan die tweeling Tibbe en Tyna niet meedoen?”, antwoordt zij. “De een als herder en de ander als koning.”

“Ze zijn nog wel erg klein.”

“Ik neem Tibbe wel aan de hand mee”, stelt Noa voor.

“En ik neem Tyna mee”, vult Janine aan.

“Dat noem ik nog eens een kerstgedachte”, zegt Roy.

“Dan hebben we nog steeds geen rol voor Maya”, laat Maud weten.

“Ik stel voor dat ze …” Opdat moment komt de moeder van Zoë binnengestormd.

 

“Sorry dat ik zo laat ben. Werkelijk, het verkeer is hopeloos, je kunt hier nergens parkeren en wat is het vreselijk druk in de stad. Waarom moeten jullie het kerstspel uitgerekend in deze tijd van het jaar doen.

Kom meid we hebben nog heel veel te doen. We moeten snel naar de winkel om cadeaus te kopen en te kijken wat we met kerst kunnen eten. Oh ja, de kerstboom moet ook nog worden opgetuigd. Oh nee, ik weet nog niet wat dit jaar in is. Dat moeten we ook nog uitzoeken. Want we moeten natuurlijk wel een super kerstboom hebben. Ach, wat heeft een mens veel te doen met de kerst.  Dus ik weet niet of we volgende week kunnen.”

“Mam, we zijn nog niet klaar”, zegt Zoë tegen haar moeder.

“Zijn jullie nog steeds aan het oefenen?”, vraagt de moeder aan Roy.

“Daar zijn we nog niet eens aan toegekomen.”

“Wat hebben jullie dan gedaan?”

“We hebben de rollen verdeeld maar het verhaal bleek ingewikkelder dan verwacht.”

“Wat is daar zo moeilijk aan?”

“We moesten uitzoeken of er wijzen uit het oosten komen of dat het koningen zijn?”, legt Roy uit.

“En zijn dat dezelfde personen als bij het feest van de driekoningen?”, wil Serge weten.

“Hoe oud was Maria?”, gaat Inge verder die Maria gaat spelen.

“Hoe zit het met keizer Augustus en de gelijknamige maand?”, vervolgt Xander de boodschapper.

“Waarom staan er in de grote mensen bijbel twee kerstverhalen?”, vraagt Maud zich af.

“Voor zo’n flauwekul heb ik helemaal geen tijd”, laat de moeder kwaad weten. “Speel het gewoon zoals het moet. Daar is toch niets moeilijks aan.”

“Als het zo eenvoudig is dan leg het ons maar eens uit”, laten de kinderen haar weten.

 

Erik Bastiaan – Net

 

Door alle drukte zijn we vergeten een rol voor Maya te zoeken. Weet jij welke rol zij zou kunnen spelen?

En welke rol zou jij willen spelen?

  ========

Ik heb dit verhaal geschreven voor de kinderen van de kindernevendienst. Wil je dit werk ook steunen dan kun je een gift overmaken op bankrekening NL 12 INGB 000 34 15 465 t.n.v. Diakonie Protestantse Parkstadgemeente onder vermelding van: Maya en het kerstspel.

                                                               =======

Naast ‘Maya en het kerstspel’ heb ik nog drie boekjes over Maya geschreven. Van het laatste deel heb ik nog een aantal exemplaren te koop.

e.bastiaan-net@zonnet.nl    

 

 

 

 

 

 

Jezus wordt niet geboren tijdens de kerstdrukte maar in de stilte van ons hart.